Risicoinventarisatie en weerstandsvermogen

Inleiding

Risicomanagement is het samenspel van activiteiten om de nadelige gevolgen van risico’s zoveel mogelijk binnen de grenzen te houden. De raad bepaalt daarbij de grenzen en de spelregels. Deze liggen vast in het beleidskader. Bij de begroting en de jaarstukken worden de risico’s opnieuw bekeken en waar nodig worden aanpassingen gedaan. In het proces van risicobeheersing worden steeds de volgende stappen doorlopen: identificeren, analyseren, beoordelen, maatregelen ontwerpen en implementeren en als laatste evalueren en rapporteren. Het beleid voor het risicomanagement is vastgelegd in de nota weerstandsvermogen en risicobeheersing van november 2017. In deze paragraaf wordt inzicht gegeven in belangrijkste ontwikkelingen in 2023, de belangrijkste risico’s op dit moment (de top 5), de overige risico’s, de weerstandscapaciteit, het weerstandsvermogen en de weerstandsratio. Afsluitend zijn de financiële kengetallen opgenomen.

Wat waren de belangrijkste ontwikkelingen in 2023?

  • In 2023 is de inflatie afgevlakt. De prijzen van consumentengoederen – diensten waren in 2023 3,8% hoger dan in 2022. In het jaar daarvoor bedroeg de inflatie nog 10%. Wij monitoren continu de situatie ten aanzien van de inflatie, ook in relatie tot de compensatie in de algemene uitkering. Dit heeft in het verleden geleid tot het nemen van extra maatregelen, waaronder het opnemen van een stelpost van € 1 miljoen, het opnieuw doorrekenen van de beheerplannen openbare ruimte en het optrekken van de investeringen voor 2024 en verder. Met deze maatregelen is op de meeste kostensoorten het been bijgetrokken, maar nog niet over de gehele linie. De energiekosten zijn nog niet aangepast in de begroting voor 2024 en verder. Dat geldt ook voor de CAO ontwikkelingen van de lonen. De compensatie vanuit het Rijk is verwerkt, maar de salarissen nog niet. De stelpost van € 1 miljoen is in 2023 volledig ingezet. Hier ligt een relatie naar de Perspectiefnota 2025.
  • De situatie op de arbeidsmarkt is in 2023 is niet veel veranderd ten opzichte van 2022. Er is schaarste in elke branche. Ook gemeenten lopen hier tegenaan. Dat kan ertoe leiden dat gemeentelijke doelstellingen onder druk komen te staan. Daarnaast kan het nodig zijn om over te gaan op dure inhuur. Tegelijkertijd constateren we dat de gemeente Steenbergen in staat is geweest om in 2023 veel vacatures vast in te vullen met enthousiaste collega’s.
  • De budgetten voor Jeugd en Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) nemen elk jaar een hoge positie in op de ranglijst van onze risico’s. Er is sprake van open eind regelingen, waartegenover vaste rijksvergoedingen staan. Daar is altijd een financieel risico aan verbonden. De beheersmaatregelen zijn vooral gericht op het vooruitkijken (prognoses). Dat doen we vanuit maandelijkse budgetanalyses. Op basis daarvan zijn met de Tussenrapportage 2023 de budgetten bijgesteld. Dat heeft voor de Wmo effect gehad. De afwijkingen in deze jaarrekening zijn beperkt. Voor jeugd is dat niet het geval. Voor jeugd komen we nog teveel verrassingen tegen, met name in het vierde kwartaal. Deze afwijking is niet voorzien bij de tussenrapportage 2023. Om dit risico verder in te dammen is een verdere analyse en verfijning van de prognosemodellen noodzakelijk. Buiten de maatregelen die we zelf kunnen nemen om het risico te beperken hebben we bij de Wmo te maken met de toenemende vergrijzing. Voor Jeugd ligt het risico vooral bij de effecten van de Hervormingsagenda Jeugd. Het is op dit moment nog onduidelijk wat de uitwerking van het akkoord gaat betekenen en of de hervorming ook daadwerkelijk gaat leiden tot beoogde besparingen.
  • De verstrekkingen en uitvoeringskosten van de Participatiewet worden gefinancierd vanuit de gebundelde uitkering inkomensvoorzieningen gemeenten (BUIG). Ook hier is sprake van een open eindregeling, terwijl het BUIG budget een vast bedrag is. Deze budgetten worden maandelijks gevolgd aan de hand van rapportages van de uitvoeringsorganisatie (ISD). In 2023 is er sprake van een minimale budgetafwijking.
  • In de algemene uitkering van het gemeentefonds blijft de onzekerheid groot. Op 22 november 2023 zijn de Tweede Kamer verkiezingen geweest. De formatie duurt inmiddels ruim een half jaar. In de Voorjaarsnota 2024 wordt de opschalingskorting definitief geschrapt en is een rechtvaardiger verdeling van zorgkosten aangekondigd. Dat geeft de gemeenten enige lucht. Tegelijkertijd wordt de compensatie voor het accres voor 2025 op nul gezet en hangt er nog een bezuinigingstaakstelling van € 17 miljard in de lucht.
  • Het kengetal voor grondexploitatie (één van de kengetallen die de Provincie betrekt bij het begrotingstoezicht) geeft aan dat de geïnvesteerde waarde in gronden in exploitatie, en daarmee ook het financieel risico, laag is. De gemeente Steenbergen heeft de grondexploitaties voor deze jaarrekening 2023 grondig doorgelicht, rekening houdend met de meest recente ontwikkelingen (inflatie, woningmarkt, rente e.d.).

De meeste risico’s bij grondexploitaties treden op wanneer de gehanteerde uitgangspunten in werkelijkheid niet uitkomen. Bijvoorbeeld wanneer de prijzen verder stijgen, projecten verder worden vertraagd, planschades worden toegekend, vervuiling van de grond optreedt en gronduitgifte stagneert. Met deze risico’s is rekening gehouden.

  • Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de onderwijshuisvesting van het primair onderwijs. De gemeente ontvangt hiervoor een compensatie in de algemene uitkering. De gemeente Steenbergen heeft ervoor gekozen om geen bedragen te reserveren voor onderwijshuisvesting. Er zijn dus geen reserves aanwezig die kunnen worden ingezet voor de dekking van kapitaallasten. Ook in de begroting zijn geen extra kapitaallasten opgenomen voor vervanging of verbouwing, terwijl er de komende jaren diverse scholen moeten worden aangepakt. Het IHP moet uitsluitsel geven in de omvang van de investeringen.
  • Het leerlingenvervoer is eind 2023 opnieuw aanbesteed. De begroting is nog niet aangepast aan de nieuwe prijzen die de vervoerder in rekening brengt. In deze nieuwe prijzen is rekening gehouden met de sterk toegenomen kosten voor brandstof en chauffeurs.

In deze jaarrekening wordt een actualisatie gegeven van de risico’s die van invloed zijn geweest op het verslagjaar 2023.

Wat zijn op dit moment de belangrijkste risico’s ?

Vanuit het risicomanagement systeem zijn alle risico’s beoordeeld met de vraag of een actualisatie nodig is ten opzichte van de stand bij de begroting 2024. Deze beoordeling heeft uitgewezen dat er op dit moment geen substantiële aanpassingen nodig zijn. Hierdoor is de top 5 risico’s niet gewijzigd.

De berekeningswijze is conform de spelregels in het beleidskader. Achter het risico wordt aangegeven voor welk percentage deze meewegen in het totale van alle risico’s opgesteld (het risicoprofiel). In de kolom beheersmaatregelen is opgenomen welke maatregelen in 2023 zijn getroffen om het risico te beperken.

Omschrijving risico

Aandeel in %

Beheersmaatregelen

Sociaal domein
- Open eindregelingen
- Wijzigingen in wet- en regelgeving
- Problematiek bij zorgaanbieders
- Toenemende vergrijzing
- Dure maatwerkvoorziening Jeugd
- Hervormingsagenda Jeugd

31,13%

Samenwerking tussen beleid – uitvoering – financiën waarbij de ontwikkelingen in het beleid worden beoordeeld in relatie tot de budgetten. Voor de Wmo heeft dit het gewenste resultaat. De kwaliteit van de (tussentijdse) voorspelling is toegenomen. Aan de andere kant ligt er bij Jeugd nog een uitdaging in het voorspellend vermogen. De uiteindelijke verantwoording in de jaarrekening wijken nog teveel af van de verwachtingen bij de Tussenrapportage.

Inflatie
- Er heeft een inhaalslag plaatsgevonden in verschillende budgetten, maar nog niet over de gehele linie.
- CAO ontwikkelingen voor salarissen zijn nog niet doorvertaald in de begroting, terwijl de compensatie van het Rijk al is verwerkt.
- Er is een nieuw contract voor energielasten. Dat leidt tot substantieel hogere kosten.
- De indexering bij gemeenschappelijke regelingen is nog niet in beeld.
- De kosten voor het leerlingenvervoer pakken na de nieuwe aanbesteding hoger uit.
- De macro indexering van het Rijk kan op lokaal niveau lager uitpakken.

12,76%

- Opnemen van stelposten in de buffer als buffer voor nog te verwachten indexering
- goed contract- en budgetbeheer zodat mogelijke indexeringen tijdig worden gesignaleerd en verwerkt in de begroting
- Intensievere monitoring van begrotingen van gemeenschappelijke regelingen.

Aansprakelijkheid voor door gemeente gegarandeerde geldleningen
Door financiële problemen bij instellingen is het risico aanwezig dat de gemeente wordt aangesproken op de garantstelling

11,38%

De beheersmaatregelen zijn gericht op beoordeling van de financiële documenten van de instellingen. De kans dat het financiële risico zich voordoet is bij de garantstellingen relatief laag. Er wordt goed vinger aan de pols gehouden. Toch neemt dit risico een hoge positie in op deze ranglijst. Dat komt omdat het bij garantstellingen gaat om een hoog bedrag en daarmee een hoog maximaal geldgevolg. Het aandeel op het totaal risicoprofiel is stabiel.

Algemene uitkering
- Mogelijk extra bezuinigingen van het Rijk (Ravijnjaar).
- Onjuiste parameters
- Wijzigingen in de verdeelsystematiek
- Lager aantal inwoners en woningen
- Verlaging accres 2025.

9,44%

Er is standaard gebruik gemaakt van Pauw (experts op het gebied van de algemene uitkering) om de juiste uitkering van het Rijk te berekenen. Er worden extra modules ingezet om de ontwikkelingen in algemene uitkering beter te monitoren, zoals de module voor de uitkering BUIG.
Verder worden nieuwe ontwikkelingen uit voorjaarsnota, nieuwe circulaires e.d. direct doorgerekend op het effect op de algemene uitkering.

Doordecentralisatie Onderwijshuisvesting- geen reserves opgebouwd
-
onvoldoende kapitaallasten in onze begroting

6,83%

Het IHP is in de maak. Het IHP maakt de opgave duidelijk voor de komende jaren. Op basis daarvan wordt het investeringsplan opgesteld. De lasten worden dan opgenomen in de begroting.

Totaal

71,54%

Overige risico’s

De tabel hierboven biedt – in lijn met het vastgestelde beleidskader rondom risicomanagement, inzicht in de top 5 risico’s, die tezamen ongeveer 2/3e deel van het totale risicoprofiel vertegenwoordigen. Dit betekent niet dat er geen aandacht is voor de overige risico’s. De risico’s die in 2023 zijn onderzocht (ten behoeve van de risicoanalyse voor de begroting 2024) hebben betrekking op informatieveiligheid, omgevingswet, arbeidsmarkt, salarisadministratie en energiekosten.

Beschikbare weerstandscapaciteit

De weerstandscapaciteit geeft aan of de gemeente Steenbergen voldoende financiële buffers heeft om financiële tegenvallers op te kunnen vangen. In het nieuwe beleidskader is besloten uitsluitend de Algemene Reserve in te zetten voor deze weerstandscapaciteit. De Algemene Reserve bedraagt op 31-12-2023 € 9.587.000 (Algemene reserve € 6.691.000 + risicoreserve € 2.896.000).

Als daarnaast nog rekening wordt gehouden met de per 31 december 2023 op de algemene reserve drukkende verplichtingen van € 500.000 resteert een netto weerstandsvermogen per 31 december van € 9.087.000. Er is bij dit saldo nog geen rekening gehouden met een eventuele resultaatbestemming over 2023.

Benodigde weerstandscapaciteit en weerstandsratio

Op basis van de meest recente inventarisatie hebben we € 2.896.000 nodig aan weerstandscapaciteit. Hierbij is een zekerheidspercentage gehanteerd van 90%. Als we dit bedrag opzij zetten als buffer dan kunnen we met 90% zekerheid stellen dat dit bedrag voldoende is.

Weerstandsratio

De weerstandsratio wordt berekend door de beschikbare weerstandscapaciteit te delen door de benodigde weerstandscapaciteit. De ratio komt, uitgaande van de onderstaande tabel uit het vastgestelde beleidskader, uit op € 9.087.000 / € 2.896.000 = 3,14. Dat komt overeen met de norm Uitstekend.

Waarderingscijfer

Ratio weerstandsvermogen

Betekenis

A

Hoger dan 2,0

Uitstekend

B

Tussen 1,4 en 2,0

Ruim voldoende

C

Tussen 1,0 en 1,4

Voldoende

D

Tussen 0,8 en 1,0

Matig

E

Tussen 0,6 en 0,8

Onvoldoende

F

Lager dan 0,6

Ruim onvoldoende